GEBED IEDERE DAG

PINKSTEREN
Woord van god elke dag

PINKSTEREN

PINKSTEREN Lees meer

Libretto DEL GIORNO
PINKSTEREN
Zondag 19 mei

PINKSTEREN


Eerste Lezing

Handelingen 2,1-11

Toen de dag van Pinksteren aanbrak, waren zij allen op één plaats bijeen. Plotseling kwam er uit de hemel een geraas alsof er een hevige wind opstak, en het vulde heel het huis waar zij waren. Er verschenen hun vurige tongen, die zich verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten. Zij raakten allen vol van heilige Geest en begonnen te spreken in vreemde talen, zoals de Geest hun ingaf. Nu woonden er in Jeruzalem vrome Joden, afkomstig uit ieder volk onder de hemel. Toen dat geluid opkwam, liep de menigte te hoop en raakte in verwarring, omdat iedereen hen in zijn eigen taal hoorde spreken. Ze stonden versteld en vroegen zich verwonderd af: ‘Maar dat zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken! Hoe is het dan mogelijk dat ieder van ons de taal van zijn geboortestreek hoort? Parten en Meden en Elamieten, en bewoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en het Libische gebied bij Cyrene, en hier woonachtige Romeinen, Joden en proselieten, Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal spreken over de grote daden van God.'

Psalmgezang

Psalm 104 (103)

Zendt Gij uw geest, dan komt er weer leven,
dan maakt Gij uw schepping weer nieuw.

Verheerlijk, mijn ziel, de Heer,
wat zijt Gij groot, Heer mijn God!
Hoe veel is het wat Gij gedaan hebt, Heer,
de aarde is vol van uw schepsels.

Neemt Gij hun geest weg, dan komen zij om,
en keren terug tot de aarde.
Maar zendt Gij uw geest,
dan komt er weer leven,
dan maakt Gij uw schepping weer nieuw.

De roem van de Heer blijve eeuwig bestaan,
Hij vinde zijn vreugde in al zijn schepsels;
mogen mijn woorden Hem aangenaam zijn,
dan zal ik mij in de Heer verheugen.

Tweede Lezing

Galaten 5,16-25

Ik bedoel dit: leef volgens de Geest, dan zult u niet toegeven aan uw zondige begeerte. Want de zondige natuur begeert tegen de Geest in en de Geest tegen de zondige natuur in, want ze zijn elkaars tegenstanders, zodat u juist niet doet wat u zou willen doen. Maar als u zich door de Geest laat leiden, staat u niet onder de wet. De uitingen van een zondig leven zijn bekend, zoals ontucht, onreinheid, losbandigheid, afgodendienst, toverij, vijandschap, twist, afgunst, woede, intriges, ruzies, partijdigheid, jaloersheden, drinkgelagen, orgieën en dergelijke dingen meer. Ik waarschuw u zoals ik u al eerder gewaarschuwd heb: wie zich zo misdragen, zullen het koninkrijk van God niet erven. Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, vertrouwen, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Tegen zulke dingen richt de wet zich niet. Zij die Christus Jezus toebehoren, hebben de zondige natuur gekruisigd, met zijn hartstochten en begeerten. Als wij leven door de Geest, laten we ons dan ook gedragen volgens de Geest.

Evangelie

Alleluia, alleluia, alleluia !

Wie niet uit water en geest wordt herboren,
kan het rijk van God niet binnentreden.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Johannes 15,26-27; 16,12-15

Wanneer echter de Helper komt die Ik jullie zal zenden als Ik bij de Vader ben - de Geest der waarheid, die van de Vader komt - zal Hij over Mij getuigenis afleggen; en ook jullie moeten getuigenis afleggen, want jullie zijn vanaf het begin bij Mij.
Eigenlijk heb Ik jullie nog veel te zeggen, maar je kunt het nu nog niet verwerken. Wanneer de Geest der waarheid komt, zal Hij jullie leidsman naar de volle waarheid zijn - niet dat Hij eigenmachtig zal spreken, Hij zal slechts zeggen wat Hij te horen krijgt - en wat komen gaat, zal Hij jullie meedelen. Hij zal Mij verheerlijken, want wat Hij jullie zal meedelen, komt van Mij. Alles wat de Vader heeft is ook van Mij; daarom mag Ik zeggen dat hetgeen Hij jullie zal meedelen, van Mij komt.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

De Geest van de Heer rust op Mij,
Hij heeft Mij gezonden om de blijde boodschap te brengen aan de armen.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Homilie

In de Handelingen van de Apostelen lezen we het verhaal van Pinksteren, dat Lucas beschouwt als de stichting van de tijd van de kerk, een tijd die begint met de uitstorting van de Geest. De Doper had dit al voorzien toen hij Jezus aanwees als degene "die u zal dopen in heilige Geest en vuur" (Lc 3, 16). De kerk ontstaat als een volk dat verzameld en geleid wordt door de heilige Geest. Ze wordt niet uit zichzelf geboren, maar uit den hoge.
De Geest doet die kleine gemeenschap haar angst overwinnen en drijft ze het plein op, dat - vanwege het "geraas" dat te horen was geweest - inmiddels gevuld was met een menigte mensen "uit ieder volk onder de hemel". Allen in de bovenzaal "raakten vol van heilige Geest" en ze "begonnen te spreken in vreemde talen". Dat is het wonder van Pinksteren: de transformatie van die kleine groep in een gemeenschap die verenigd is door de hartstocht voor het evangelie. De gemeenschap staat op de voorgrond, niet de individuele leerlingen. Het is geen toeval dat Lucas opmerkt dat vóór Pinksteren ook net de twaalfde apostel was gekozen. De Geest schept een nieuw subject dat wordt aangespoord om naar buiten te treden om het evangelie aan alle volkeren op aarde bekend te maken. Onmiddellijk beginnen ze over Jezus te spreken, over die profeet die gekruisigd was en door de Vader uit de dood was opgewekt. Dit is de kern van de christelijke verkondiging in elke tijd.
Dan is er een tweede facet van het wonder: de eenheid van de volkeren van de aarde die zich voor het plein van de bovenzaal hadden verzameld, die teweeggebracht wordt door de prediking van het evangelie. Lucas somt hen een voor een op, als in een appel: "Parten en Meden en Elamieten, en bewoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en het Libische gebied bij Cyrene, en hier woonachtige Romeinen, Joden en proselieten, Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal spreken over de grote daden van God". Het is de eerste globalisering die de Geest teweegbrengt via de kerk, die gemeenschap, dat "wij"' dat de volkeren van de aarde wil verenigen. Elk behoudt zijn eigen naam, zijn eigen identiteit, maar tegelijkertijd beginnen ze allemaal te ondervinden dat ze één volk zijn, verenigd door het ene evangelie. Verschillend en toch verenigd.
Ook vandaag heeft de wereld een nieuwe uitstorting van de Geest nodig. Conflicten zijn talrijker geworden, onrechtvaardigheden zijn toegenomen. Er is behoefte aan een nieuw Pinksteren voor deze moeilijke en complexe tijd. Er is behoefte aan die "hevige wind" die nieuwe "verwarring" veroorzaakt.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.