GEBED IEDERE DAG

Memory of the Saints and the Prophets
Woord van god elke dag

Memory of the Saints and the Prophets

Memorial of Timothy and Titus, co-operators of Paul and bishops of Ephesus and Crete. Lees meer

Libretto DEL GIORNO
Memory of the Saints and the Prophets
Wednesday, January 26

Memorial of Timothy and Titus, co-operators of Paul and bishops of Ephesus and Crete.


Reading of the Word of God

Alleluia, alleluia, alleluia

You are a chosen race,
a royal priesthood, a holy nation,
a people acquired by God
to proclaim his marvellous works.

Alleluia, alleluia, alleluia

2 Timothy 1,1-8

From Paul, apostle of Christ Jesus through the will of God in accordance with his promise of life in Christ Jesus, to Timothy, dear son of mine. Grace, mercy and peace from God the Father and from Christ Jesus our Lord. Night and day I thank God whom I serve with a pure conscience as my ancestors did. I remember you in my prayers constantly night and day; I remember your tears and long to see you again to complete my joy. I also remember your sincere faith, a faith which first dwelt in your grandmother Lois, and your mother Eunice, and I am sure dwells also in you. That is why I am reminding you now to fan into a flame the gift of God that you possess through the laying on of my hands. God did not give us a spirit of timidity, but the Spirit of power and love and self-control. So you are never to be ashamed of witnessing to our Lord, or ashamed of me for being his prisoner; but share in my hardships for the sake of the gospel, relying on the power of God

 

Alleluia, alleluia, alleluia

You will be holy,
because I am holy, thus says the Lord.

Alleluia, alleluia, alleluia

The day after Saint Paul's conversion, the Church remembers two of his closest collaborators, Timothy and Titus. Timothy was baptized by Paul himself and received from him the laying on of hands, as the apostle calls to mind in the beginning of the letter we heard. At the threshold of his death, Paul writes to this "beloved child" with passionate feeling. Already in the Letter to the Philippians, the apostle had written: "I have no one like him who will be genuinely concerned for your welfare" (Phil 2:20). While in jail, Paul continues to serve God and in prayer he puts before God his communities and collaborators: chains do not block his communion with his brothers and sisters. But the consolation the apostle feels is Timothy's faithfulness to the Gospel, a fidelity rooted even in his family, a very religious family beginning with his grandmother, Lois and his mother, Eunice. The ministry entrusted to Timothy is not easy, especially because he is young. Paul, however, reminds him of "the gift of God" which was given to him by the laying on of hands (see 1 Tim 4:14). And he asks him to revive it through prayer, faithfulness and dedication, so that its light becomes brighter and increasingly a source of strength for him. The other disciple that the Church remembers today is Titus, a Greek from Antioch, the precious fruit of Paul's preaching to the Gentiles. This is why Paul and Barnabas bring him with them to present him to the Jerusalem community (Acts 15). Paul proudly calls him "my loyal child in the faith we share" and entrusts to him first the community at Corinth and then that of Crete, where still today his memory is revered. Their memory awakens in the Church the responsibility of transmitting the Gospel everywhere in the world and also from generation to generation.

WOORD VAN GOD ELKE DAG: DE KALENDER

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.

WOORD VAN GOD ELKE DAG: DE KALENDER