BIDDEN VOOR DE ZIEKEN EN VOOR DE VREDE

Sinds enkele jaren geven het gebed voor de vrede en het gebed voor de zieken een dieper reliëf aan het gebed van Sant’Egidio. Deze gebeden vinden elk een keer per maand plaats. In de basiliek van Santa Maria in Trastevere in Rome wordt het gebed voor de zieken elke eerste maandag en het gebed voor de vrede elke derde maandag van de maand gehouden. De keuze voor deze twee bijzondere gebeden is ontstaan uit de overtuiging dat Gods barmhartigheid zich buigt over allen die onder ziekte en oorlog gebukt gaan. Het lijden van hen die getroffen worden door ziekte of door wapengeweld mag ons niet onverschillig laten. Het evangelie leert ons dat Jezus’ aandacht uitgaat naar de onderdrukten: het merendeel van de wonderverhalen gaat over de genezing van de zieken. Hoeveel zieken wachten er vandaag op om voor de Heer te worden gebracht! En hoevelen die gebukt gaan onder oorlog, geweld en terrorisme smeken om vrede!

In het gebed voor de zieken worden de namen verzameld van hen voor wie wij willen bidden: wij schrijven hun namen op papiertjes die tijdens het zingen van de litanie van het Kyrie eleison voor het altaar worden neergelegd. Op een zelfde manier worden tijdens het gebed voor de vrede alle namen in herinnering gebracht van landen die door conflicten getroffen worden. In beide gebeden worden kaarsen aangestoken bij elke naam en bij elk smeekgebed die samen het licht van de verrijzenis en van de hoop vormen. Dit is een antieke traditie van de kerk die we moeten herontdekken en met meer edelmoedigheid en overtuiging beleven. Het gebed voor de zieken en dat voor de vrede zijn vruchten van de liefde die geen grenzen kent en van het geloof dat ervan overtuigd is dat “voor God niets onmogelijk is”. Johannes Chrysostomus, de grote bisschop van Constantinopel, herinnert ons eraan dat “de nood ons voor onszelf doet bidden en dat de naastenliefde ons voor de anderen doet bidden, maar dat het gebed uit naastenliefde God welgevalliger is”.

(uit het voorwoord van "Het Woord van God elke dag" van V. Paglia)