De herdenking van de Shoa in Hongarije helpt om de verschrikkingen uit het verleden niet te herhalen

Met een plechtige ceremonie betoonden de Gemeenschap van Sant'Egidio en de joodse gemeenschap van Pécs op 9 mei eer aan de slachtoffers van de Shoa. Historicus István Vörös wees aan het begin van de bijeenkomst op de culturele en politieke oorsprong van de Holocaust en op de maatregelen die leidden tot het bloedbad dat met medewerking met de Hongaarse staat werd aangericht.

In een stille mars ging het richting de synagoge, met spandoeken en posters die herinnerden aan het begin van de gettovorming van de joden, deze dagen in mei precies 75 jaar geleden, en aan de concentratiekampen in Europa. In de synagoge lazen leerlingen van de baptistenschool in aanwezigheid van György Udvardy, de bisschop van Pécs, fragmenten uit de herinneringen van overlevenden. Gábor Fábián, acteur in het theater van Pécs, reciteerde enkele gedichten. János Nagy van Sant’Egidio benadrukte dat het kwaad altijd begint met minachting, terwijl niemand minachting verdient. Door te herdenken, stellen we ons meer open voor het lijden van diegenen die vandaag gemarginaliseerd worden: ouderen, daklozen en mensen die, nog voor ze hier aankomen, al als indringers beschouwd worden. András Schönberger, de opperrabbijn van Pécs, sloot de ceremonie af. Hij sprak zijn afschuw uit over de toename van het antisemitisme in de wereld. En – zo voegde hij er aan toe – ook christenen lijden onder vervolging.

De bijeenkomst vond plaats in een hartelijke en familiaire sfeer. Een van de ouderen zei: "Ik ben hier om een schoolvriend van mij te herdenken, die gedeporteerd werd. Ik wil hem niet vergeten."