Reading of the Word of God
Alleluia, alleluia, alleluia
I am the good shepherd,
my sheep listen to my voice,
and they become
one flock and one fold.
.
Alleluia, alleluia, alleluia
Isaiah 7,1-9
In the reign of Ahaz son of Jotham, son of Uzziah king of Judah, Razon king of Aram advanced on Jerusalem with Pekah son of Remaliah king of Israel, to attack it; but he was unable to attack it. The House of David was informed: 'Aram has halted in Ephraimite territory.' At this, his heart and his people's hearts shook like forest trees shaking in the wind. Yahweh then said to Isaiah, 'Go out with your son Shear-Jashub, and meet Ahaz at the end of the conduit of the upper pool, on the road to the Fuller's Field, and say to him, "Pay attention and keep calm. Do not be frightened or demoralised by these two smouldering sticks of firewood, by the fierce anger of Razon, Aram and the son of Remaliah, or because Aram, Ephraim and the son of Remaliah have been plotting against you and saying: Let us mount an attack on Judah, destroy it, force it onto our side and install the son of Tabeel there as king. "Lord Yahweh says this: This will not happen, it will never occur, for the head of Aram is Damascus, and the head of Damascus is Razon; another sixty-five years, and Ephraim will cease to be a people. The head of Ephraim is Samaria, and the head of Samaria is the son of Remaliah. If you will not take your stand on me you will not stand firm." '
Alleluia, alleluia, alleluia
I give you a new commandment,
that you love one another.
Alleluia, alleluia, alleluia
The small kingdom of Judah risks going to war soon. Through his prophet, the Lord wants to save Israel from destruction. Isaiah is summoned to appear by King Ahaz with his son, whose name, Shear-jashub, means "a remnant will return." The king must see in him a sign of hope for the people of Judah. The prophet says to the king: "Take heed, be quiet, do not fear, and do not let your heart be faint." It is an invitation not to be afraid of the approaching danger. But the believer's tranquillity only makes sense if it rests on the certainty of God, who does not abandon his people. Later Isaiah will say: "In returning and rest you shall be saved; in quietness and in trust shall be your strength" (30:15). The call to faith is central in every story in the Bible, just as it is in this passage of the prophet. The power of faith is unknown to people who are used to trusting only in themselves and their own strength. Faith in God is the opposite of fear, which is the consequence of arrogant pride. It will neither be human alliances or the anxious search for security that will protect the people and guarantee a future of peace. Men and women of faith can build peace and security if they trust in God and his Word. Not only will they be free from fear, but they will be able to resist and defeat evil. Let us never forget the statement that concludes this passage: "If you do not stand firm in faith, you shall not stand at all."
Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).
Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.
Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.
De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).
Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.