GEBED IEDERE DAG

Gebed met Maria, Moeder van God
Woord van god elke dag

Gebed met Maria, Moeder van God

Gedachtenis van de heiligen Addai en Mari, stichters van de Chaldeeuwse kerk. Gebed voor de christenen in Irak. Lees meer

Libretto DEL GIORNO
Gebed met Maria, Moeder van God
Dinsdag 28 mei

Gedachtenis van de heiligen Addai en Mari, stichters van de Chaldeeuwse kerk. Gebed voor de christenen in Irak.


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

De Geest van de Heer rust op u,
wie uit u geboren wordt zal heilig zijn.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Marcus 10,28-31

Toen begon Petrus tegen Hem: ‘Kijk, wij hebben toch maar alles achtergelaten en zijn U gevolgd.' Jezus zei: ‘Ik verzeker jullie, er is niemand die zijn huis, broers, zusters, moeder, vader, kinderen of landerijen heeft achtergelaten omwille van Mij en omwille van de goede boodschap, of hij krijgt nu in deze tijd een honderdvoud aan huizen, broers, zusters, moeders, kinderen en landerijen, vervolgingen inbegrepen, en in de komende wereld eeuwig leven. Vaak zullen de eersten de laatsten zijn en de laatsten de eersten.'

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Zie, Heer, uw dienaars:
ons geschiede naar uw woord.

Alleluia, alleluia, alleluia !

De woorden van Petrus, die optreedt als woordvoerder van de andere apostelen, tonen het tegendeel van wat we bij de rijke man zagen in de evangelielezing van gisteren. Toen Jezus hen riep, hebben de leerlingen inderdaad "alles achtergelaten" en zijn ze Hem "gevolgd", zoals het evangelie vertelt. Dat zijn de eerste leerlingen. Samen vormen ze dat "wij" dat Petrus gebruikt in naam van de eerste leerlingen en van de leerlingen van alle tijden. Dankzij de vraag van Petrus kan Jezus uitleggen hoe mooi het is om Hem te volgen. Jezus navolgen is geen offer of een verlies dat in contrast staat met een leven dat rijker en gelukkiger zou geweest zijn. Aan Petrus legt Jezus uit wat de rijkdom is die je krijgt wanneer je Hem volgt: het "honderdvoudige" ontvangen van wat je hebt achtergelaten. "Vervolgingen inbegrepen", voegt Jezus eraan toe, "en in de komende wereld eeuwig leven". De gemeenschap van gelovigen wordt voor elke leerling moeder, broer, zus en thuis. Deze broederlijkheid eindigt nooit. De hyperbool "honderdvoudig" wijst op de overvloed en de rijkdom die degene ontvangt die het evangelie volgt. Jezus' woorden zijn niet zozeer een geruststelling voor de leerlingen, maar geven uitdrukking aan de realiteit van het "wij" van de kerk, Gods familie, waarin allen zonder uitsluiting deel uitmaken van en delen in haar vreugde en rijkdom. Laten we ons niet laten misleiden door de geest van de wereld, door de dictatuur van geld en materialisme. Nu al, in dit leven, geeft het volgen van Jezus ons een bestaan vol broers, zussen, vaders, moeders, kinderen. Het is het leven in de kerk, waar de laatsten, dat wil zeggen zij die niet bang waren om iets van zichzelf achter te laten om Jezus te volgen, de eersten zullen zijn, niet vanwege hun eigen verdiensten, maar vanwege de overvloed van Gods genade, en in staat zullen zijn om aan de wereld te getuigen van de vreugde van hun keuze.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.