GEBED IEDERE DAG

Gebed op de vigilie
Woord van god elke dag
Libretto DEL GIORNO
Gebed op de vigilie
Zaterdag 27 juli


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Iedereen die leeft en in Mij gelooft
zal in eeuwigheid niet sterven.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Matteüs 13,24-30

Nog een gelijkenis hield Hij hun voor: ‘Met het koninkrijk der hemelen gaat het als met iemand die goed zaad op zijn akker had gezaaid. Toen iedereen sliep, kwam zijn vijand, zaaide onkruid tussen de tarwe en ging weer weg. Toen het gewas opschoot en vrucht zette, kwam ook het onkruid tevoorschijn. De knechten van de eigenaar kwamen hem zeggen: “Heer, hebt u geen goed zaad op uw akker gezaaid? Waar komt dat onkruid dan vandaan?” Hij zei hun: “Een vijandig mens heeft dat gedaan.” De knechten vroegen hem: “Zullen we het er dan maar uit gaan halen?” Maar hij zei: “Nee, want als jullie het onkruid eruit halen, trek je tegelijk de tarwe eruit. Laat ze samen opgroeien tot de oogst, en in de oogsttijd zal ik tegen de maaiers zeggen: Haal eerst het onkruid bijeen en bind het in bussels om het te verbranden, maar verzamel de tarwe in mijn schuur.” '

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Als je gelooft,
zal je Gods heerlijkheid zien, zo spreekt de Heer.

Alleluia, alleluia, alleluia !

De parabel van het onkruid tussen de tarwe is misschien wel een van de duidelijkste woorden van het evangelie geweest op bepaalde momenten in de geschiedenis, toen gelovigen de rechten van de waarheid het meest bedreigd zagen en de noodzaak voelden om ze te verdedigen. Een lange geschiedenis van godsdienstoorlogen die christenen hebben, vindt voornamelijk in deze bijbeltekst een belangrijk obstakel dat tot nadenken stemt. De eigenaar van de akker vertoont namelijk absoluut uniek gedrag. Hij beseft dat een vijand onkruid heeft gezaaid waar hij goed zaad had gezaaid. De geschiedenis van christelijke tolerantie begint met deze parabel. Deze woorden verwijderen het onkruid, het kwaad, van het manicheïsme, van de duidelijke scheiding tussen goeden en slechten, tussen rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Ze nodigen niet alleen uit tot onbegrensde tolerantie, maar ook tot respect voor de vijand, zelfs als die niet alleen een persoonlijke vijand is, maar een vijand van het meest rechtvaardig en heilige, van God, van de gerechtigheid, van de natie of van de vrijheid. Natuurlijk blijft er het mysterie van deze vijand die, terwijl iedereen slaapt, het onkruid tussen de tarwe zaait en het goede graan verstikt. Het is het mysterie van het kwaad waarop we geen antwoord kunnen geven. En een antwoord kan zeker al niet zijn om kwaad met kwaad te vergelden. We moeten eerder de kracht van hoop en tolerantie in praktijk brengen om het kwaad in te dijken. We staan voor de uitdaging om waakzaam te zijn en niet in slaap te vallen terwijl de prins van de verdeeldheid, de duivel, scheiding blijft zaaien. De keuze van de landeigenaar, die zo ver af staat van onze logica en ons gedrag, vestigt een cultuur van vrede. Terwijl tragische conflicten zich verspreiden, nodigt dit woord uit tot ontmoeting en dialoog. Het is geen teken van zwakte of mislukking. De Heer geeft iedereen de kans om diep in zijn hart af te dalen om het zaaisel van God en zijn gerechtigheid opnieuw te ontdekken en zijn leven te veranderen.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.