GEBED IEDERE DAG

Gebed voor de kerk
Woord van god elke dag

Gebed voor de kerk

Gedachtenis van de heilige Athanasius (+ 373), bisschop van Alexandrië in Egypte. Lees meer

Libretto DEL GIORNO
Gebed voor de kerk
Donderdag 2 mei

Gedachtenis van de heilige Athanasius (+ 373), bisschop van Alexandrië in Egypte.


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Ik ben de goede herder,
Mijn schapen luisteren naar mijn stem,
zij zullen één kudde en één schaapstal worden.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Johannes 15,9-11

Met de liefde die de Vader Mij heeft toegedragen, heb Ik jullie liefgehad. Blijf in die liefde met Mij verbonden. Als je mijn opdracht ter harte neemt, zul je in liefde met Mij verbonden blijven, zoals ook Ik de opdracht van mijn Vader ter harte heb genomen en met Hem in liefde verbonden blijf. Dit alles heb Ik jullie gezegd om jullie deelgenoot te maken van mijn eigen vreugde, en zo jullie vreugde volkomen te maken.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Ik geef jullie een nieuw gebod:
gij moet elkander liefhebben.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Jezus gaat door met zijn toespraak tot de leerlingen en spreekt openlijk over de aard van zijn liefde: "Met de liefde die de Vader Mij heeft toegedragen, heb Ik jullie liefgehad". Jezus schaamt zich niet om te zeggen dat het een vrucht is van een grotere liefde dat Hij zoveel van de leerlingen houdt. Wij geven onszelf de hoofdrol in ons leven, moeten origineel lijken en van niemand afhankelijk zijn. Daarom schamen wij ons om toe te geven dat ons geluk afhangt van de liefde van iemand anders, die groter is dan wij. Kortom alles, zelfs liefde, moet van mij zijn, moet bij mij beginnen. Het is het resultaat van de cultuur van individualisme, die steeds meer terrein wint en die alle verbondenheid dreigt af te brokkelen. Onafhankelijk willen zijn van anderen leidt niet tot liefde, maar tot eenzaamheid. Jezus laat in plaats daarvan zien dat zijn liefde voor de leerlingen uitgaat van de Vader. Vandaar de uitnodiging aan de leerlingen om nederig met Hem verbonden te blijven, zoals de ranken met de wijnstok. Als we alleen zijn, verdorren onze gevoelens en worden onze handen slap, totdat we niet langer in staat zijn om iemand anders dan onszelf te verzorgen en te dienen. Het teken van deze nederigheid is ons verheugen in de vreugde van de mensen om ons heen. De Heer nodigt ons uit om dat samen met Hem te doen.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.