GEBED IEDERE DAG

Gebed op de dag des Heren
Woord van god elke dag
Libretto DEL GIORNO
Gebed op de dag des Heren
Zondag 28 april

5DE PAASZONDAG


Eerste Lezing

Handelingen 9,26-31

In Jeruzalem aangekomen zocht hij aansluiting bij de leerlingen, maar ze waren allemaal bang voor hem, omdat ze niet geloofden dat hij een leerling was. Maar Barnabas nam hem mee naar de apostelen en vertelde hun hoe hij onderweg de Heer had gezien en dat die tot hem gesproken had, en hoe hij in Damascus vrijmoedig was opgetreden in de naam van Jezus. Daarna ging hij in Jeruzalem dagelijks met hen om. Hij trad vrijmoedig op in de naam van de Heer, en sprak en disputeerde met de hellenisten; maar die probeerden hem ter dood te brengen. Toen de broeders dit te weten kwamen, brachten ze hem naar Caesarea en stuurden hem vandaar naar Tarsus.
In heel Judea, Galilea en Samaria kon de gemeente zich nu in vrede ontplooien. Ze leefde in ontzag voor de Heer en de troost van de heilige Geest, en nam in aantal toe.

Psalmgezang

Psalm 22 (21)

Voor heel de menigte zal ik U prijzen.

Voor heel de menigte zal ik U prijzen,
U danken voor het oog van de godvrezenden.
De armen zullen eten en verzadigd worden,
en allen die God zoeken, prijzen Hem.

Dan zullen alle landen van de aarde
de Heer gedenken en zich tot Hem keren.
Die rusten in de aarde zullen Hem aanbidden,
voor Hem zal buigen alwie afdaalt in het stof.

Mijn ziel zal voor zijn Aanschijn blijven leven,
mijn nageslacht zal steeds zijn dienaar zijn.
Het zal verhalen van de Heer aan het geslacht dat komt,
van zijn gerechtigheid aan die geboren worden.

Tweede Lezing

1 Johannes 3,18-24

Kinderen, wij moeten niet liefhebben met woorden en leuzen, maar met daden die waarachtig zijn. Daardoor komen we aan de weet dat wij uit de waarheid zijn en dat wij voor Hem kunnen staan met een gerust hart, ook als het ons veroordeelt, want God is groter dan ons hart en Hij weet alles. Geliefden, wanneer ons hart ons niet veroordeelt, mogen wij vrijmoedig met God omgaan; wij krijgen van Hem alles wat wij vragen, omdat we ons houden aan zijn geboden en doen wat Hem welgevallig is. En dit is zijn gebod: van harte geloven in de naam van zijn Zoon Jezus Christus en elkaar liefhebben zoals Hij ons heeft bevolen. Wie zich houdt aan zijn geboden, blijft met God verbonden en God met Hem. En dat Hij met ons verbonden blijft, weten we door de Geest die Hij ons heeft gegeven.

Evangelie

Alleluia, alleluia, alleluia !

Gisteren ben ik met Christus begraven,
vandaag verrijs ik met U die verrezen zijt.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Johannes 15,1-8

Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijngaardenier. Als een van mijn ranken geen vrucht draagt, snoeit Hij die weg. En als een rank wel vrucht draagt, snoeit Hij die bij, zodat ze gezuiverd wordt en nog rijkelijker vrucht draagt. Jullie zijn al gezuiverd door het woord dat Ik jullie verkondigd heb. Laten we met elkaar verbonden blijven, jullie en Ik, want zoals een rank geen vrucht kan dragen uit eigen kracht, maar alleen als ze verbonden blijft met de wijnstok, zo kunnen ook jullie geen vrucht dragen als je niet met Mij verbonden blijft. Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Alleen wie met Mij verbonden blijft - zoals Ik met hem - draagt rijkelijk vrucht, want los van Mij kunnen jullie niets. Wie niet met Mij verbonden blijft, wordt weggegooid als een wijnrank: ze verdorren, men haalt ze bijeen en gooit ze in het vuur, waar ze verbranden. Als jullie met Mij verbonden blijven en mijn woorden in jullie blijven, vraag dan wat je wilt, en het valt je ten deel. Mijn Vader wordt verheerlijkt wanneer jullie rijkelijk vrucht dragen en jullie je mijn leerlingen betonen.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Gisteren ben ik met Christus begraven,
vandaag verrijs ik met U die verrezen zijt.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Homilie

Jezus toont met het beeld van de wijnstok en de ranken de profetie van de eenheid van de leerlingen met Hem. Jezus schenkt zijn leerlingen dit beeld op het Laatste Avondmaal, als een testament. Het werd vaak gebruikt door de profeten om de band van liefde tussen God en zijn volk te beschrijven. Die avond interpreteert Jezus het op een nieuwe manier: de wijnstok is niet langer het volk Israël, maar Hijzelf: "Ik ben de ware wijnstok". En meteen voegt Hij eraan toe: "En jullie zijn de ranken". De leerlingen zijn verbonden met de Meester zoals de ranken met de wijnstok. Vanuit de stam komt het sap naar de ranken en zo kunnen zij vrucht dragen.
Het sap dat de hele wijnstok in leven houdt, is de liefde van Jezus. Niet de onze. Het is de gemeenschap tussen de Vader en de Zoon en wij zijn geroepen om daar deel aan te hebben. Uit genade, en zeker niet uit onze eigen verdienste. Ons wordt alleen gevraagd om deze liefde te verwelkomen, of beter gezegd, om erin "verbonden te blijven". Tot zes keer toe, in acht verzen, herhaalt Jezus: "Laten we met elkaar verbonden blijven". "Alleen wie met Mij verbonden blijft - zoals Ik met hem - draagt rijkelijk vrucht" en "Wie niet met Mij verbonden blijft, wordt weggegooid" en is als een overblijfsel dat in het vuur wordt gegooid en verbrandt. Die avond begrepen de leerlingen het niet; misschien vroegen ze zich zelfs af wat het betekende om bij Hem te blijven als Hij op het punt stond om hen te verlaten. Jezus gebruikte dit beeld zodat het in hun gedachten gegrift zou blijven. Zij die blijven om naar het evangelie te luisteren, blijven bij Jezus en Jezus blijft bij hen. In de Byzantijnse traditie is er een prachtige icoon die deze parabel uit het evangelie op een plastische manier uitbeeldt. In het midden van de icoon staat de wijnstok waarop Jezus met de geopende Schrift zit. Vanuit de wijnstok vertrekken twaalf takken, en op elke tak zit een van de apostelen, met de geopende Schrift in de hand. Dat is het beeld van de nieuwe wijngaard, van de nieuwe gemeenschap die haar oorsprong vindt in Jezus, de ware wijnstok. Het open boek in de handen van Jezus is hetzelfde als dat in de handen van de apostelen: het is het ware sap dat ons helpt om niet met woorden lief te hebben, maar met concrete daden. En het is ook het boek dat in al onze gemeenschappen, waar ook ter wereld, aanwezig is. Het is onze wijnstok, de enige wijnstok, met een veelheid aan ranken. Het is het woord van God dat ons samenhoudt.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.