GEBED IEDERE DAG

Gebed met de heiligen
Woord van god elke dag
Libretto DEL GIORNO
Gebed met de heiligen
Woensdag 17 april


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Gij zijt een uitverkoren stam,
een koninklijk priestervolk, een heilige natie,
een volk door God verworven
om zijn grote daden te verkondigen.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Johannes 6,35-40

Jezus antwoordde: ‘Ik ben het brood om van te leven. Wie naar Mij toe komt krijgt geen honger meer, en wie in Mij gelooft krijgt nooit meer dorst. Maar zoals Ik u gezegd heb: u hebt Mij gezien en toch gelooft u niet. Allen die de Vader Mij toevertrouwt, komen naar Mij toe, en wie naar Mij toe komen, zal Ik nooit buitensluiten. Want niet om mijn eigen wil te doen ben Ik uit de hemel neergedaald, maar om de wil te doen van Hem die Mij gezonden heeft. Dit is de wil van Hem die Mij gezonden heeft: dat Ik van allen die Hij Mij heeft toevertrouwd, niemand verloren laat gaan, maar hen allemaal op de laatste dag laat opstaan. Want dit is de wil van mijn Vader: dat wie de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven bezit en dat Ik hem op de laatste dag laat opstaan.'

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Jullie zullen heilig zijn,
want Ik ben heilig, zegt de Heer.

Alleluia, alleluia, alleluia !

"Ik ben het brood om van te leven. Wie naar Mij toe komt krijgt geen honger meer, en wie in Mij gelooft krijgt nooit meer dorst". Jezus geeft hiermee ook een antwoord op de verborgen vraag naar redding die leeft in het hart van de mens: honger naar zin, naar een leven dat niet eindigt met de dood en dat leidt naar het volle geluk. Jezus stelt echter bitter vast dat veel mensen hun hart niet openstellen om zijn woord te ontvangen, ook al hebben ze de tekenen gezien. En toch herhaalt Hij zijn volle beschikbaarheid om iedereen te verwelkomen: "Wie naar Mij toe komen, zal Ik nooit buitensluiten". Er is maar een beetje bereidwilligheid van onze kant nodig om het wonder te laten gebeuren. Had Hij niet al vaker tegen de menigten die Hem volgden gezegd: "Kom allen naar Mij toe die afgemat en belast zijn, en Ik zal u rust geven"? Dit is Jezus' voortdurende zorg. En Hij wil dat de kerk deze zorg door de eeuwen heen herhaalt. Elke christelijke gemeenschap moet in de eerste plaats de hartstocht voelen om alle mensen te redden. Paus Franciscus herinnert ons daar telkens opnieuw aan. We moeten ons meer en meer laten leiden door dezelfde hartstocht die Jezus de straten en pleinen van zijn tijd op deed gaan. De woorden van Jezus in het evangelie van vandaag laten ons duidelijk zien wat Gods wil is en hoe we die op aarde kunnen realiseren: "Wie de Zoon ziet en in Hem gelooft, bezit eeuwig leven en Ik laat hem op de laatste dag opstaan". Het is een belofte die in ons werkelijkheid wordt als we ons leven voor de Heer en voor anderen inzetten. Net zoals Jezus deed.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.