GEBED IEDERE DAG

Gebed van het heilig kruis
Woord van god elke dag
Libretto DEL GIORNO
Gebed van het heilig kruis
Vrijdag 19 april


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Dit is het evangelie van de armen, de bevrijding van de gevangen,
het zicht van de blinden, de vrijheid van de onderdrukten.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Johannes 6,52-59

Toen ontstond er onder de Joden een discussie: ‘Hoe kan Hij ons zijn vlees te eten geven?' Daarop hernam Jezus: ‘Waarachtig, Ik verzeker u: als u het vlees van de Mensenzoon niet eet, als u zijn bloed niet drinkt, is er geen leven in u. Maar wie mijn vlees en bloed eet en drinkt, die bezit eeuwig leven: op de laatste dag laat Ik hem opstaan, want mijn vlees is echt voedsel, mijn bloed is echte drank. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft met Mij verbonden en Ik met hem. Zoals Ik leef uit de Vader, de Levende, die Mij gezonden heeft, zo zal ook hij die zich met Mij voedt, leven uit Mij. Dit is het brood dat uit de hemel is neergedaald, niet dat wat uw voorouders hebben gegeten, die niettemin gestorven zijn. Wie zich met dit brood voedt, zal leven in eeuwigheid.' Zo luidde de onderrichting die Jezus hield in een synagoge van Kafarnaüm.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

De Mensenzoon is gekomen om te dienen,
Wie groot wil zijn moet dienaar worden van allen.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Deze bladzijde van het evangelie brengt ons bij het tweede deel van Jezus' toespraak in de synagoge van Kafarnaüm over het brood van leven. Als de luisteraars doorhebben dat Jezus hen wil betrekken bij zijn mysterie onderbreken ze Hem en beginnen ze te morren: "Hoe kan Hij ons zijn vlees te eten geven?". Ze zijn tevreden met het leven dat ze leiden. Ook al is dat niet echt zo. Als je zelfgenoegzaam bent, komt het niet in je op om iets te vragen. Maar ook al heb je zogezegd alles - bezittingen, eten, woorden - toch blijft de honger knagen: honger naar geluk, naar aandacht en steun. We zouden meer moeten doen zoals de armen: onze hand uitsteken om met aandrang hulp te vragen. In deze verzadigde maatschappij van consumenten, die in feite broos en angstig is, kunnen de armen onze meesters zijn voor een nieuw leven. Zij brengen aan het licht wat wij liever verborgen houden: dat wij bedelaars zijn om aandacht en liefde. De armen hebben honger, niet alleen naar brood, maar ook naar liefde. Ook wij. Jezus zegt ons: "Als u het vlees van de Mensenzoon niet eet, als u zijn bloed niet drinkt, is er geen leven in u". Leven komt niet voort uit ons eigen initiatief en de manier waarop wij de wereld begrijpen. Wij moeten eten, ons voeden met het evangelie en de liefde van onze broers en zussen. Wij moeten bedelen om brood dat de wereld niet kan produceren en zeker niet kan geven. Wij mogen gratis aanzitten aan de tafel van de eucharistie, iedereen mag eraan deelnemen. Telkens wanneer wij mee aanzitten, is dat een voorsmaak van de hemel op aarde. Rond het altaar vinden wij wat onze honger stilt en onze dorst lest, vandaag en voor altijd. Van dit voedsel leren wij wat het eeuwig leven is: "Hij die zich met Mij voedt, zal leven uit Mij".

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.